Narrow your search

Library

UGent (55)

Hogeschool Gent (38)

KBR (9)

KDG (7)

AMSAB (4)

ACV - CSC (1)

Hogeschool West-Vlaanderen (1)

UCLL (1)


Resource type

dissertation (93)

book (10)

periodical (4)


Language

Dutch (98)

English (5)

Undetermined (4)


Year
From To Submit

2019 (1)

2015 (1)

2014 (1)

2013 (77)

2012 (22)

More...
Listing 1 - 10 of 107 << page
of 11
>>
Sort by

Periodical
Werkschriften
Author:
Year: 2012 Publisher: Gent GTB Vlaanderen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Maize management practices associated with mycotoxigenic fungi contaminating maize in two Agro-Ecological Zones of Tanzania
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Investeren in het bewust maken van boeren over de mycotoxine problematiek en het aan tonen van eenvoudige, effectieve en low-budget aanpassingen in hun teeltwijze die het probleem kunnen aanpakken is een belangrijke eerste stap in de controle van besmetting van maïs met mycotoxines. Maïs is één van de belangrijkste voedselbronnen voor mens en dier. Vooral in ontwikkelingslanden draagt het rechtstreeks bij aan de voedselzekerheid van vele gezinnen. Ook de economie in Tanzania is sterk afhankelijk van de landbouw, met maïs als het belangrijkste basisvoedsel. Maïs in Tanzania wordt hoofdzakelijk geteeld door kleine boeren op het platteland. Helaas staat maïs, geproduceerd in Tanzania en vele ander ontwikkelingslanden in de tropen, erom bekend zeer gevoelig te zijn voor verontreiniging met mycotoxines die potentieel carcinogeen, mutageen en teratogeen zijn. Toxigene schimmel behoren voornamelijk tot de Fusarium, Aspergillus en Penicillium soorten. De belangrijkste toxines met betrekking tot landbouwproducten en volksgezondheid zijn aflatoxines, ochratoxines, deoxynivalenol, zearalenone, fumonisines en trichothecenes. Tijdens dit onderzoek werden verschillende maïs teelttechnieken en de groei van mycotoxigene schimmels, uit drie maïs producerende Agro-Ecologische Zones (AEZ) in Tanzania, bestudeerd en met elkaar in verband gebracht. Maïsstalen uit het veld en de opslag van verschillende boeren werden verzameld en gebruikt voor isolatie van schimmels, identificatie van de toxigene isolaten en multi-mycotoxine analyse. Interviews afgenomen van de boeren leiden tot een overzicht van de groeiomstandigheden en productie-, oogst- en opslagpraktijken van maïs. De resultaten geven aan dat Fusarium species de meest voorkomende schimmels zijn in all drie de AEZ en dat het laagland in het oosten het meest gevoelig is voor Penicillium en Aspergillus infecties. Multi-mycotoxine analyse van de monsters uit opslag tonen aan dat maïs uit alle drie de AEZ sterk gecontamineerd is met aflatoxines, fumonisines en DON. ZEN, T-2 toxine, HT-2 toxine en OTA zijn in mindere mate aanwezig. Mensen in de drie AEZ worden dus overvloedig blootgesteld aan mycotoxines aanwezig in hun basisvoedsel.


Dissertation
Levenscyclusanalyse van melk bij beweiden ten opzichte van permanent opstallen van melkvee
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In deze studie werd onderzocht of er een verschil bestaat tussen de milieu-impact van melkveebedrijven die een systeem toepassen van beweiding t.o.v. permanente opstalling van melkvee. Een cradle to farm gate levenscyclusanalyse werd uitgevoerd waarbij volgende impactcategorieën werden onderzocht: landgebruik, energiegebruik, klimaatverandering, verzuring en vermesting. De milieu-impacts werden berekend per ton FPCM (on-farm, off-farm en totaal) op basis van de boekhoudingen van 20 Vlaamse gespecialiseerde melkveebedrijven. De berekeningen werden uitgevoerd met behulp van een Excel rekenmodel dat ontwikkeld werd aan de vakgroep dierlijke productie. Uit de resultaten blijkt dat er geen significant verschil bestaat tussen de milieu-impact van melk bij beweiden en opstallen. Dezelfde hot-spots konden worden geïdentificeerd bij beide systemen: CH4-emissie uit de pensfermentatie, emissies geassocieerd met mestopslag en begrazing, veevoederproductie, uitspoeling van het nutriëntenoverschot en de productie van gebruikte inputs (zoals minerale meststoffen). De individuele bedrijfsresultaten tonen de grote variabiliteit in milieu-impact tussen bedrijven binnen eenzelfde systeem. Enkele specifieke bedrijfskenmerken of managementaspecten bepalen of een bedrijf een hoge of juist een lage milieu-impact heeft. Elk bedrijf moet gedetailleerd onderzocht worden om correct advies te kunnen geven om de milieu-impact te verlagen.


Dissertation
Microdochium nivale bij tarwe
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Een belangrijk probleem in de tarweteelt op wereldschaal is het voorkomen van FHB. Deze ziekte, dat veroorzaakt wordt door het Fusariumcomplex, zorgt voor opbrengstverlies. Daarenboven is dit complex in staat mycotoxinen te produceren. Deze metabolieten zijn toxisch voor mens en dier, waardoor de bekomen opbrengst onrbuikbaar is. De productie van dergelijke mycotixinen is van vele zaken afhankelijk maar voornamelijk van de samenstelling van het Fusariumcomplex. In Vlaanderen zijn F.graminearum, F.culmorum, F.poae en F.avenaceum de voornaamste Fusariumspecies die FHB veroorzaken. Daarnaast wordt M.nivale, eveneens sneeuwschimmel, tot het complex gerekend. M.nivale is echter een buitenbeentje, aangezien geen mycotoxinen geproduceerd worden. Om die reden werd tot dusver minder onderzoek aan deze schimmel geweid. Toch blijkt M.nivale sinds 2002 tot op heden (2013) elk jaar vertegenwoordigd in het Fusariumcomplex te Vlaanderen. Hierdoor leek een verkennend onderzoek in de vorm van deze thesis in het kader van de onderzoeken naar FHB aan de Hogeschool Gent interessant.Om onderzoek te kunnen voeren op M.nivale dienden veldisolaten gezuiverd te worden van bacteriële ontsmetting. Vervolgens werd nagegaan of het mogelijk was om beide variëteiten van M.nivale te identificeren door middel van PC, beschikbare primers en reeds geïdentificeerde isolaten. In de literatuur is er namelijk sprake van M.nivale var nivale en M. nivale var majus. De resultaten van deze proef zijn echter niet sluitend. Enerzijds werden positieve resultaten bekomen, doordat van bepaalde isolaten de identiteit bevestigd kon worden. Anderzijds konden de veldisolaten niet geïdentificeerd worden.Verder werd door middel van een fungicideproef de gevoeligheid van M.nivale ten opzichte van de actieve stoffen epoxiconazool en fluoxastrobin nagegaan. Hieruit kon geconcludeerd worden dat fluoxastrobin en bij uitbreiding strobilurinen bij gebruikte dosis een onvoldoende werking hebben. Wel werd in bij hogere dosissen aan actieve stof een toenemende remming op de myceliumgroei vastgesteld. Daarnaast werd de werking van epixiconazool en daardoor eveneens andere triazolen bevestigd en blijkt de combinatie van beide actieve stoffen een synergetische werking te hebben.


Dissertation
Biaxiale uitrekbaarheid van deeg als parameter voor de broodkwaliteit
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het broodvolume, verkregen bij een bakproef, wordt vaak beschouwd als één van de belangrijkste parameters voor de beoordeling van de tarwekwaliteit. Het broodvolume is een maat voor de expansie van het deeg, die afhankelijk is van de sterkte en de stabiliteit van de gluten-zetmeel matrix. De reologische eigenschappen van de gluten-zetmeel matrix kunnen dan ook gebruikt worden om het broodbereidingsproces te analyseren. In deze masterproef werd, met behulp van biaxiale expansie en stress relaxatie, de reologische eigenschappen van degen onderzocht. Tevens werd nagegaan of er een verband bestond met de bakkwaliteit. In het eerste deel van de masterproef, de methodeoptimalisatie, bleken de gluten-zetmeel degen niet geschikt om verdere analyses mee uit te voeren. Er werd vervolgens geopteerd om een basisbloem te gebruikten met een laag eiwitgehalte van 9 % en deze aan te rijken met gluten. De gluten hadden een verschillende glutenindex (58, 76 en 91 %) en werden toegevoegd aan de bloem tot een eiwitgehalte van 11, 13 en 15 %. Van de reologische parameters bepaald met biaxiale expansie en stress relaxatie, vertoonde de W-waarde een goede correlatie met de k-waarde (r = 0,78). Van alle resultaten bekomen uit de biaxiale expansie en baktesten werd een goede correlatie gevonden tussen het broodvolume, de SHI, de W-waarde en de maximale stress. Het broodvolume, de P- en W-waarde en de SHI vertoonden een goede correlatie met het eiwitgehalte (r > 0,90). Algemeen kan nog besloten worden dat, ondanks het verschil in glutenindex, geen grote verschillen waargenomen worden tussen de glutenstalen wat betreft biaxiale expansie, stress relaxatie en bakkwaliteit.


Dissertation
Microsatellietanalyse ter identificatie van Theobroma cacao-variëteiten uit Vietnam
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

DNA-gebaseerde technieken en in het bijzonder microsatellietanalyse worden tegenwoordig steeds vaker gebruikt voor de identificatie van Theobroma cacao-variëteiten. Een belangrijke voorwaarde voor het gebruik van deze microsatellietanalyse in cacaovariëteiten is de beschikbaarheid van voldoende kwantitatief en kwalitatief DNA. Dit kan een probleem zijn door het hoge gehalte aan polyfenolen die de PCR kan inhiberen.Het onderzoeksluik van deze masterproef is tweeledig. Een eerste luik bestaat uit een evaluatie van DNA-extractie via een CTAB-gebaseerde methode op verschillende onderdelen van cacaobonen, namelijk op de peul, de kern en de volledige boon. Daarna werd ook de invloed van verschillende bewaarmethoden van cacaobladeren op de efficiëntie van de DNA-extractie nagegaan. Alle extracties werden geëvalueerd door de zuiverheid te meten en de amplificeerbaarheid na te gaan. De geïsoleerde DNA-stalen zijn amplificeerbaar ondanks de lage kwantiteit en kwaliteit.Het tweede luik bestaat uit de evaluatie van de microsatelliet(SSR)analyse op 14 Vietnamese cacaovariëteiten. Voor de verdere identificatie en verwantschapsanalyse werden 15 eerder geselecteerde microsatellieten gebruikt. De microsatellieten werden gevisualiseerd via agarosegelelektroforese, polyacrylamidegelelektroforese (PAGE) en capillaire elektroforese. De resolutie van capillaire elektroforese is veel hoger dan van de andere technieken, waardoor deze scheidingsmethode de meeste informatie biedt. De identificatie van de 14 cacaovariëteiten was eveneens mogelijk indien het aantal microsatellieten gereduceerd werd tot zes. Naast DNA uit bladmateriaal kon ook DNA uit cacaobonen gebruikt worden voor microsatellietanalyse.


Dissertation
Invloed van additieven op de reologische eigenschappen van diepvriesdeeg
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het gebruik van diepvriesdeeg wordt steeds populairder omwille van verlaagde productiekosten en de verlengde bewaring. Daartegenover staan een verminderde gasproductie en langere rijstijden, veroorzaakt door verlies aan gistactiviteit en verzwakking van het deeg. In deze masterproef werden mogelijkheden gezocht om kwaliteitsverlies te beperken, waarbij het onderzoek gebeurde op het niveau van deeg. Er werd nagegaan wat de invloed was van vijf additieven, meer bepaald ascorbinezuur, glucose oxidase, lipase, diacetylwijnsteenzuurester en xylanase op de reologische eigenschappen van deeg dat maximaal vier weken een diepvriesbewaring onderging. Om de reologische eigenschappen van diepvriesdeeg te onderzoeken, werden eerst twee methoden geoptimaliseerd, nl. uniaxiale (texture analyser) en biaxale (alveograaf) uitrekbaarheid. Hierbij werd geopteerd om de deegstalen in te vriezen in de vorm die nodig was voor evaluatie, om zo het deeg na ontdooien zo min mogelijk te manipuleren. Uit het onderzoek kwam naar voor dat weinig effect optrad door invriezen en ingevroren bewaring, op de parameters van de gebruikte methoden. Van de onderzochte additieven bleken ascorbinezuur en glucose oxidase het beste in staat om de kwaliteit van diepvriesdeeg te behouden. Ten slotte kwam de methode van de uniaxiale uitrekbaarheid naar voor als de meest geschikte methode om diepvriesdeeg te onderzoeken.


Dissertation
Penicillium roqueforti s.l.: schimmelgroei en mycotoxineproductie op verschillende koolstofbronnen
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het inkuilproces van groenvoedergewassen is gebaseerd op een spontane fermentatie door melkzuurbacteriën. Er zijn verscheidene factoren die dit proces kunnen beïnvloeden, o.a. aanwezige micro-organismen, kuiladditieven,… Schimmels zijn ongewenste micro-organismen die kuilvoeders kunnen besmetten. In deze masterproef zal Penicillium roqueforti s.l. besproken worden, meer bepaald Penicillium roqueforti s.s. en Penicillium paneum. Beide species kunnen roquefortine C produceren, een alkaloïd mycotoxine dat beschouwd wordt als een indicator voor mycotoxineproductie door P. roqueforti s.l. in kuilvoeders en dat stabiel is in kuilvoeder.Het praktische gedeelte van de masterproef bestond uit een in vitro experiment waarbij groei en roquefortine C productie van 28 P. roqueforti s.l. isolaten opgevolgd werd op 9 verschillende koolstofbronnen: sucrose, glucose, fructose, mannitol, melkzuur, azijnzuur, succinaat, ethanol en propyleenglycol. Een eerste deel van het experiment bestond uit de groeiopvolging na 5, 10 en 15 dagen. Hier bleek melkzuur een sterk verminderde groei te veroorzaken in vergelijking met alle andere koolstofbronnen. De schimmelsoorten P. roqueforti s.s. en P. paneum waren binnen elke koolstofbron significant verschillend qua groei. Het tweede deel bestond uit een kwalitatieve bepaling van roquefortine C. De productie van roquefortine C bleek afhankelijk te zijn van het schimmelisolaat. Roquefortine C kwam zowel bij P. roqueforti s.s. isolaten als bij P. paneum isolaten voor.


Periodical
Action Ouvrière : tribune libre de la classe ouvrière.
Author:
Year: 1980 Publisher: Bruxelles : Association pour Action Ouvrière,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Fonds Perrone


Periodical
La Voie de Lénine : organe du Groupe Trotskyste de Belgique pour la reconstruction de la Quatrième Internationale.
Author:
Year: 1976 Publisher: Bruxelles : GTB,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Listing 1 - 10 of 107 << page
of 11
>>
Sort by